Dag 17: Afscheid van “Let the rhino be horny”
Door: Bonehead
Blijf op de hoogte en volg Bonehead
23 Juli 2019 | Tanzania, Dar es Salaam
Om zeven uur daalden we af naar Moshi. Daar aangekomen werd er afscheid genomen van de truck, Geoffrey en Jozef. De truck waar altijd de herinnering blijft aan de sticker Let the rhino be horny. Om tien uur zou onze openbaar vervoer vertrekken naar Dar es Salaam. Een rit van 550 kilometer waar met een auto zeven uur over gedaan zou worden. Wij gingen echter met de bus. Een bus met vaste zitplaatsen op de ticket. De bus zal best wel luxueus zijn geweest voor de Tanzaniaan van gemiddelde lengte. Voor Europeanen was het iets minder comfortabel. Sterker nog: Ik zat de gehele reis opeen gevouwen.
Het werd een lange, vervelende rit met twee tussenstops waar gelegenheid was om wat eten en drinken te kopen. De omgeving waar we doorheen reden was ook ronduit saai. Er was niks leuks te zien onderweg. In de bus zelf werd luide muziek gedraaid wat mijn stemming ook al niet ten goede kwam. Het toppunt was op het einde toen en zeker drie uur lange clubmix was te horen van waarschijnlijk de Tanzaniaanse Ben Liebrand. Wat een ellende.
Het was al donker toen we Dar es Salaam inreden. Dit is de grootste stad van Tanzania en heeft op zijn zachts gezegd geen goede naam. We moesten maar goed in de gaten houden dat onze bagage wat onder in de bus lag niet weg geroofd werd door lokale schavuiten. Het was uiteindelijk acht uur toen we arriveerden in het busstation. Daar was het de bedoeling dat we zo snel mogelijk in taxi’s werden gedrukt. Jackson deed nogal paniekerig wat deed overkomen dat wij als groep blanke mensen een gewild slachtoffer waren voor berovingen.
Eenmaal in de taxi deed de chauffeur snel de deuren op slot en scheurde richting het hotel. Het was nog een half uur rijden door de straten van deze miljoenenstad. Even buiten het centrum kwamen we bij ons hotel aan. Terwijl onze chauffeur de koffers stond uit te laden werd hij van achteren aangereden werd door zijn collega. Het ging niet hard maar hij zat wel klem tussen de bumpers. De veroorzaker deed er tot onbegrip van alles en iedereen lacherig over. Wat een mafklapper.
Voor het eerst deze reis hadden we dus een hotel. We moesten uiteraard even wachten in de lobby en toen ontsproot ons het gevoel dat we weleens de enigste gasten zouden kunnen zijn in dit hotel. Het deed een beetje vervallen en stoffig aan dit hotel. Maar dat interesseerde mij geen zier bij het zien van en echt bed. We moesten doorgeven wat we wilden eten en toen konden we ons opfrissen. Het was een heerlijke douche dat moest gezegd worden.
Om 22:00 uur was het etenstijd. En inmiddels had ik wel stevige trek gekregen. Alles was maar beperkt aanwezig in het restaurant van dit hotel. Zo moesten mensen hun bestelling wijzigen omdat ze niet zo veel van hetzelfde konden bereiden. Ik kreeg de gegrilde makreel voorgeschoteld. Mwah ik had wel eens lekkerder vis gegeten en dat hoop ik op Zanzibar toch wel weer te doen. Ik kon nog net een tweede biertje bemachtigen en toen was het op. Ze hadden in totaliteit maar liefst zeven biertjes in het hele hotel. Om half elf ben ik maar naar de kamer gegaan. Afscheidnemend van verloren reisdag zonder hoogtepunten en verheugend op slapen in een lekker bed.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley