Dag 3:
Door: Gait van de Rikkepoal tot an Takkedroad
Blijf op de hoogte en volg Bonehead
16 Mei 2015 | Portugal, Faial
Dus.
Om 09:00 uur werd vertrokken voor de tweede wandeling vanaf het hotel in Machico. De wandeling beloofde maar een schrille warming up (zoals vrogger toen er voor de wedstrijd nog net één keer heen en weer over de breedte van veld werd gewandeld alvorens het leer een flinke pleer te geven) te zijn van alle verschrikkelijke ontberingen die ons vandaag te wachten stonden. Voordat aan de feitelijke wandeling kon worden begonnen die ons zou brengen van Machico naar Porto da Cruz wat ongeveer 14 kilometer bedroeg met zo’n 200 meter stijgen en 400 dalen moest er een stuk geklommen worden over de openbare weg die ons naar het begin van de route zou brengen. Om te verwoorden wat er op die route door mij heen ging is erg lastig. Mijn gedachten gingen terug naar de tijd dat ik zoveel dorst krijg dat ik mijn sixpack verruilde voor een fust. Maar goed die bijna 100 kilo (hele zware rugzak heur) zouden toch omhoog moeten op een weg met een stijgingspercentage van volgens de verkeersborden 25%. Duizend doden later en heggend as een oald peerd kwam ik uiteindelijk toch nog boven. Ik vond dat ik wel een pufje had verdiend en toen volgde er weer een wonderbaarlijk genezing en kon ik verder of er niets gebeurd was.
Dus.
De eigenlijk wandeling begon langs kilometers zogenaamde levada’s. Voor de Nijverdallers onder ons: Het principe van levada’s is hetzelfde principe als onze bergleiding. Het verplaatsen van water. In het geval van de levada verplaatst dit kanaal het water van het wat nattere noorden naar het droge zuiden zodat met behulp van terrassen er in het zuiden op kleinschalige manier akkerbouw bewerkstelligd kan worden. Kilometers slenteren met rechts de levada en links Machico. We wandelen langs de levada stroomopwaarts dus het gaat berg op. Maar dit gaat zo geleidelijk dat je eigenlijk nauwelijks erg in hebt. Na een tijdje werd er afscheid genomen van de levada en gingen we rechtsaf. Reisleider Frits was erg huiverig over de route en beschouwde het als een gevaarlijke route. En om het gevaar nog enigszins meer cachet te geven wordt de route benaamd met de afschrikwekkende titel Boca do Risico. Frits raadt ons aan om de benen te bedekken vanwege de brandnetels en andere prikkelbaren die ons het pad zouden kruizen. Het was natuurlijk handiger geweest om zoiets voorafgaand de wandeling te vermelden daar mijn lange broek inmiddels met een taxirit naar het volgende hotel aan het reizen was. Dan de horror maar blootbeens trotseren.
Dus.
De wandeling ging langs de noordoost kust waarbij een groot deel van de wandeling over een smal pad ging waarbij je aan de linkerkant de diepe afgrond richting zee zag. Vrogger brak het zweet al uit als ik op een drempel stond maar tijdens deze wandeling besefte ik dat ik tijdens mijn persoonlijke ontwikkeling van hoogtevrees maar valangst heb gemaakt. Ik had dus op zich geen probleem met deze wandeling maar een ladder krijgen ze mij nog steeds niet op. Je moest je koppie er wel bij houden maar als je dan even stil stond dan kon je genieten van het uitzicht. Het was een aangename wandeling zoals ik deze, in gedachte, elke zondagmorgen wel maak. De kilometers vlogen dan ook voorbij en voordat ik het wist had ik weer vaste grond onder de voeten. Het laatste deel naar Porto da Cruz bestond uit verharde weg en vond ik eigenlijk maar ontiegelijk saai. Maar goed ook dat hoort erbij. De bevrijding was dan ook groot toen eindelijk Porto da Cruz werd bereikt. Porto da Cruz is een lieflijk kustplaatsje gelegen in het noordoosten van Madeira. Het was er vrij toeristisch maar ik vond het ook wel iets van gezelligheid hebben. Wij hebben op een terras aan de ruige zee gestald waar de mogelijkheid was om iets te drinken. Zulke mogelijkheden moet je uiteraard nooit onbenut laten want stel je eens voor dat de plaatjes van de accu uitdrogen. Dan gaat de accu kapot. Op het terras hadden ze perfecte zetels neergezet en hier kon pappe het wel even volhouden. Frits was onder genot van zijn koffie (Tsja ik vond het ook vrij laat voor koffie) druk bezig om zijn camarada te bellen die busjes moest regelen die ons naar het hotel zou moeten brengen. Want in tegenstelling tot wat in de oorspronkelijke omschrijving stond werd er niet in Porto da Cruz maar in een hotel in niemandsland tussen Faial en Santana. Dit hotel lag een aantal kilometer bergop en meer in het binnenland van Porto da Cruz.
Dus.
Het intense geluk werd ruwweg verstoord toen we in een busje werden gestald dat ons naar het hotel gebracht. Hotel O Curtado is prachtig gelegen op een heuvel en ze hadden bedacht dat wij ons moesten gaan bivakkeren in het hoogst gelegen gebouw. Aan Herman en mij werd de bovenste etage toebedeeld wat veel weg had van de royal suite. Het uitzicht vanaf het balkon was adembenemend en ook de kamer was verder zeer goed te doen. Alleen het krakende parket zou voorkomen dat sluip staartend ’s-nachts binnen zou kunnen komen zonder iemand wakker te maken. Maar goed. Zo als gezegd had ik smaak inmiddels goed te pakken wat er toe leidde dat binnen een kwartier mijn persoonlijke verzorging voor elkaar had en met fris Coraltje weer op het terras te vinden was. Maar al snel pakten zich donkere wolken samen op het eerst zo zonnig terras van het hotel. Het bier was op en er waren alleen nog 25 cl flesjes van het goddelijke nat over. Sommige mensen vinden die flesjes schattig maar bij mij kwam er slechts één filmquote naar boven: Wat een kleine rotflesjes, daar wordt je toch niet gezond van. Inmiddels waren er de nodige scheuren ontstaan in de groepsvorming en ontstond er een kleine afscheiding die besloot terug te reizen per taxi naar Porto da Cruz. Het gros besloot bij het hotel te eten en ik besloot mijn focus te verleggen naar de witte wijn. Het was alweer een aantal jaartjes geleden dat ik mij aan wijn tegoed had gedaan maar met het eten smaakte het toch erg lekker. Ik deelde de fles wijn met Mientje al vrees ik achteraf dat zij niet zoveel mee heeft gekregen. Het eten bestond uit het dagmenu vis. Qua prijs was het spotgoedkoop maar het viel dan ook flink tegen. Het leek een beetje op wat ik zaterdag bij de Urker haal alleen dan een stuk kleiner en zonder viskruiden. Wel lag er banaan over heen zodat ik in ieder geval iets van fruit binnenkreeg. Naar het eten werd er onder het genot van een drankje nog wat nagebabbeld terwijl de toko langzaam leegstroomde. Het personeel begon uiteindelijk maar pontificaal in de zaal te gaan eten wat wel aangaf dat ook zij vonden dat het tijd werd om op te rotten. Bovendien begon keek één der serveersters mij de gehele avond aan alsof zij een Zwarte weduwe was. Ik was er bang van. Uiteindelijk bleek dat de afvalligen van de geloofsgemeenschap het recht aan hun zijde had met hun ontvluchting uit het niemandsland.
Zo kon het gebeuren dat ik voor de verandering eens vroeg onder de lompen ging. Er was immers verder niets te beleven. Dan maar geestelijk voorbereiden op dag 4.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley